ANDALUSIË vervolg op vervolg......
13 maart 2015 - Sanlúcar de Barrameda, Spanje
7 maart 2015
Gibraltar is in Engels bezit, er wonen ongeveer 35.000 inwoners op 6 vierkante km. De kalksteenrots is 426m hoog.
Er zijn 2 controles maar erg scherp zijn ze niet, nonchalant worden er in de paspoorten gekeken die van Xanti wilden ze niet eens zien. Bij binnenkomst, wat erg rommelig is vanwege verbouwingen aan de grens, moeten we de landingsbaan over lopen en volgen de borden Mainstreet. Je kunt er beter maar niet op zondag komen want bijna alle winkels zijn gesloten. Wel kun je een tour naar de rots maken of de kabelbaan nemen.
We zien een aap zitten, als wij een foto maken springt hij op en slaat met de handen op de grond en springt naar Xanti, dat laat ik niet gebeuren dus ik jaag de aap weg. Daarom denken wij er niet aan om de rots op te gaan, niet met de auto en niet met de kabelbaan, om Xanti als voer of speelbal te laten gebruiken!
Wij blijven hier overnachten (campercontact), aan de haven, in La Linea (Spanje), leuke plek en lekker rustig.
Langs de kust rijden we door diverse mooie plaatsen met een geschiedenis. We maken een bocht om de Middellandse zee en zien we Tarifa aan de Atlantische Oceaan. De Costa del Sol gaat over in Costa de la Luz, we zien ontzettend veel windmolens en zonnepanelen. We rijden door het plaatsje naar de zee, hier is eb en vloed en golven dus een surfparadijs, aan de overkant op 13 km ligt Africa.
We blijven op de N340 richting Cadiz en komen langs de stranden waar volop gesurft wordt. De koeien en stieren staan ons vrolijk aan te kijken, een mooie weg door een soms bosrijk, dan weer groene weilanden of duinen gebied.
We wijken even van de weg af naar de CA2223 om een plaatje te schieten van de oude binnenhaven waar houten schepen liggen te vergaan. Barbate is ooit een belangrijke haven geweest voor de aanvoer van Tonijn, de afname werd minder en de vloot werd gehalveerd. De werkloosheid steeg. Langzaan krabbelt het weer uit het slop en gaat het economisch weer beter, en dat komt door de drugshandel, het is een overslaghaven geworden van vooral hasjiesj uit Africa.
We zetten de camper pal aan het strand van El Palmar. Je kunt een boete krijgen (€ 300) als je blijft overnachten maar wij gokken het erop, het seizoen begint 1 april, en genieten de volgende ochtend aan het ontbijt van: zon, zee, strand en surfers, die liggen al om half negen te wachten op een hoge golf tot zonsondergang.
Dagje nietsdoen, luieren, zonnen en lezen, en met xanti spelen, heerlijk.
Vejer de la Frontera ligt 10 km boven het strand van El Palmer, we hebben gelezen dat het de vrouwen zijn die jaarlijks voor de feesten van pasen de huizen wit schilderen in heel Andaluzie.
Grappig zijn de winkeltjes hier, zelfs deze flamenco jurkjes met korting.
Door naar Cadiz, mooie stad, druk ook (160.000) inwoners, het ligt op een landtong van 9 km lang, en 1 km breed. Op het brede uiteinde vinden we een plekje om door de smalle rechte straten te slenteren en vanaf de vesting de zee te overzien. Er is veel te zien in deze stad, zoals overal eigenlijk, kerken, museums, kathedralen daar zien we ook nu vanaf.
We rijden langs een heel breed en lang zandstrand terug en zoeken de N340 weer op naar de hoofdstad van Manzanilla, Sanlucar de Barrameda.
Manzanilla is ook een sherrysoort, kruidig en droog met een beetje ziltachtige smaak. Het heeft een strogele kleur en is gemaakt aan de Atlantische Oceaan rond Sanlúcar de Barrameda. Bevat 15% alcohol.
We komen op een camperplek (campercontact) en zien heel veel campers staan, we worden door een Duitser begroet, maar niet echt hartelijk, schreeuwt dat we rustig moeten rijden terwijl we heel voorzichtig het terrein opgaan. We vinden een piepklein plekje tussen een Caravan en een Camper.
We fietsen het oude centrum in lopen over de overdekte markt, drinken een Manzanila met tapas op een terrasje, de tapas was een soort van rode paprika-soepje en we bestellen er nog wat tapas bij, tenslotte moeten we ook regelmatig de inwendige mens gelukkig maken met de drank en gerechten uit de streek. Een heel leuk oud centrum.
Als we terugkomen is het terrein naast ons volledig bezet met koetsjes, paardentrailers, paarden, muziek, (2 mannen met gitaar), eten en drank. Het is een vrolijke boel en we gaan maar eens een kijkje nemen, er wordt meteen een flesje bier in onze handen gedrukt. Later krijg ik Manzanila, lekker en we moeten de bolussen eten die door een van die mannen is meegebracht. Deze man is ooit, meer dan 30 jaar terug, in Amsterdam geweest en heeft daar nog geweldige herinneringen, een trotse man dat zien we als hij op zijn mobiel zijn 4 kleinkinderen toont.
Ik google want ik wil graag weten waarom de paarden erbij zijn het blijkt Fiesta de los Caballos te zijn en is er vooral op gericht om de gedresseerde paarden te laten zien!
In deze hoek waar we zijn wordt op 10.000 hectare kalkhoudende bodem en dankzij de palomino druif, s-werelds meest bekende sherry geproduceerd. 150 miljoen flessen per jaar. Vooral de Engelsen hebben daar bijna een Engelse drank van gemaakt, Sherry is ook een verbastering van Jerez. De belangrijkste aller sherry’s is de Fino die lichtgeel is en droog en heeft een klein bittertje die afkomstig is van de schimmel in het wijnvat.
Zo dat is het voor nu weer, we zijn nog wakker, het feest is nog in volle gang, paardengetrappel, zang, gezellig........
We gaan nu richting Portugal. altijd leuk om tips te krijgen, en leuk om jullie reacties te lezen, groetjes J/P
veel herkenbaar!
ik hoop snel ook weer te gaan rijden